placeholder
31 januari 2020

Volgende stap in herontwikkeling hoofdentree Werelderfgoed

Onder regie van de gemeente Molenlanden worden plannen ontwikkeld voor het vernieuwen van de hoofdentree van UNESCO Werelderfgoed Kinderdijk. Het genomen voorbereidingsbesluit voor een bestemmingsplanwijziging Kinderdijk door Molenlanden, is een concrete stap in die herontwikkeling.

De vernieuwing moet er onder meer voor zorgen dat er een duidelijker onderscheid komt tussen het dorp Kinderdijk en het Werelderfgoed. Het gaat ruwweg om de dijk tussen Restaurant Buena Vista en de uit- en instapzone voor bussen, het gebied vanaf de dijk naar het Bezoekerscentum en het De Joode terrein, dat nu deels als parkeerplaats wordt gebruikt door de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK). Uitgangspunt is ook dat de uitstraling van de entreezone meer moet gaan passen bij de Werelderfgoedstatus en het verhaal van Kinderdijk als icoon van 750 jaar watermanagement.

Stedenbouwkundig plan

Het voorbereidingsbesluit zal leiden tot wijzigingen in de bestaande bestemmingsplannen. Eventuele nieuwe eigenaren van de gebouwen en woningen in dit gebied moeten daarmee rekening houden.  De gemeente gaat samen met betrokkenen, zoals omwonenden, ondernemers, de SWEK en Waterschap Rivierenland het komend jaar een stedenbouwkundig plan maken.

 

Het Bezoekerscentrum.

Het Bezoekerscentrum.

“We willen ervoor zorgen dat het Werelderfgoed, het dorp Kinderdijk en de omliggende dorpen bereikbaar en bewoonbaar blijven en dat inwoners en lokale ondernemers kunnen profiteren van het toerisme,” legt wethouder Arco Bikker van Molenlanden uit. Herontwikkeling van de entreezone is één van de punten uit het eind 2019 vastgestelde Gebiedsperspectief Kinderdijk. Bikker: “We zijn nu volop bezig om, in overleg met onder anderen inwoners, ondernemers en molenaars, het Gebiedsperspectief te vertalen naar concrete maatregelen. Dit voorbereidingsbesluit is daar een voorbeeld van. We geven daarmee aan dat we nu in volle vaart door willen gaan met de noodzakelijke verbeteringen rondom de ingang van het Werelderfgoed.”

De auteur